CASE KÄMÄRÄINEN - JOYRIDE

Artiest info
 
facebook

label: Eclipse Music
distr.: Xango

Het “geval” Kämäräinen heeft alles te maken met de Finse drummer en componist Tomi, die de achternaam draagt van de band. Hij ontmoette twee van zijn drie kompanen van dit kwartet, toen ze alle drie studeerden aan het Conservatorium van Kopenhagen: pianist Grzegorz Tarwid, van Poolse komaf, en de Noorse bassist Petter Asbjørnsen raakten al gauw bevriend met Tomi en zoals dat gaat in muzikantenmiddens: daar moest een groep van komen. Saxofonist Marek Konarski, nog een Pool die in Denemarken verzeild was, werd mee aan boord gehesen en het “geval” werd een feit.

Nu mogen deze vier namen u misschien niet geweldig veel zeggen, je kunt er niet omheen dat elk van de vier jongelui -ze variëren in leeftijd van 26 tot 36 jaar- al een behoorlijk palmares bijeen gespeeld heeft, in internationale projecten, maar toch vooral in Scandinavië, zodat ze verre van onbeslagen op het ijs komen voor deze tweede plaat war Tomi zijn familienaam aan leent. De muziek die ze spelen kwam voor het grootste deel uit de koker van Tomi, al leveren ook Tarwid en Asbjørnsen elk een nummer aan. De jazz van het kwartet is tegelijk avontuurlijk en intimistisch en kenners verzekeren mij dat je hier een milde bob-toon in moet horen.

Zelf reken ik me absoluut niet tot de kenners, maar ik kan me wel levendig voorstellen dat deze muziek het beste tot haar recht komt in een kleine, knusse club, waar de mensen echt komen om te luisteren. Deze muziek eist namelijk flink wat van je aandacht op, al zou ik ze zeker niet “moeilijk” noemen. Daarvoor klinkt ze veel te organisch en zijn de melodieën te begrijpelijk. Dit is “trage” muziek, al ben ik er zeker van dat de vier heren de moeilijkste stukken de baas kunnen, maar wat ik bedoel is dat je er rustig van wordt en dat de muziek je haast weet te betoveren. Ik mocht het zelf bij herhaling ondervinden: als deze plaat speelt, kun je er onmogelijk niét naar luisteren: ze grijpt je vast, neemt je aandacht in beslag en eer je het weet, zit je drie kwartier geboeid te luisteren naar de manier waarop een ogenschijnlijk eenvoudig thema uitgediept wordt en voortschrijdt. Elk van de vier doet telkens weer een betekenisvolle duit in het zakje en, al is de sax alomtegenwoordig, ook de ritmesectie en de piano weten hun deel an de aandacht op te eisen en te verzilveren.

Hier ga je van dromen, het is “mijmermuziek”, die slechts een paar keer “opgeschrikt” wordt door iets meer doorgedreven ritmes, maar in het algemeen kun je zeggen dat dit een herfstplaat is. Het afsluitende nummer heet wellicht niet voor niks “Septemberism” en de tweede track is “Autumn Sun” getiteld. De bladeren van de bomen mogen ruisen, maar niet meer dan dat en de zon mag schijnen, maar het moet niet te warm worden. Mij kon de plaat alvast ten zeerste bekoren, al blijft het nog maar eens een feit: dit moet je eigenlijk live kunnen meemaken. In elk geval; heel fijne kennismaking met nog maar eens een viertal uitstekende muzikanten uit Noord-Europa.

(Dani Heyvaert)